“Ik ken weinig mensen die zo laconiek zijn als jij. Je bent een mysterie voor me. Elke vraag die ik je stel, beantwoord je met enthousiasme, maar er komt nooit een vraag terug. Ik snap dat niet”, zei hij. Hij liet een veelbetekenende stilte vallen en keek me recht in mijn ogen aan. Zijn linkerwenkbrauw trok hij iets op toen ik na een paar seconden nog steeds niets had gezegd. Om wat tijd te winnen nam ik een slok van mijn verse muntthee met precies genoeg honing, zoals hij dat altijd perfect wist klaar te maken. Eindelijk begon ik te praten. “Je begrijpt het niet. Ik wil dat je me alles over jou vertelt. Dat je urenlang doorgaat over welke sokken je het liefst draagt, hoe je je koffie drinkt en over je eerste jeugdherinnering. Van hoe kwaad je kan worden om iets kleins tot aan je grootste passie. Ik wil alles over je weten, ik heb het je alleen nooit durven vragen.” Een flauwe glimlach tekende zijn gezicht. “Ik lust geen koffie.”
Eén reactie
Mooi stukje..