Als de alcohol langzaam uit mijn hoofd trekt, zie ik dat hij naast me ligt. Zijn ogen tot spleetjes geknepen, zijn mondhoeken omhoog gekruld. Hij lijkt blij te zijn. En als hij blij is, ben ik dat ook. Ik ken hem nog maar net, maar hij heeft keihard mijn ziel gekust. Deze man is alles. Alles waar ik ooit van droomde en zelfs alles waar ik nog nooit van gedroomd had, maar waar ik nu al zielsveel van houd. Het is eng om toe te geven. Niet per se omdat ik bang ben dat hij schrikt van mijn gevoel voor hem, maar vooral omdat ik bang ben dat ik bang word. Even lag ik te kijken naar hoe hij slaapt. Zo tevreden en onschuldig. Hij onderbreekt mijn gestaar door zich om te draaien. Zijn hand grijpt naar mijn hoofd en daarmee heeft de realiteit mij weer in zijn greep. Zijn trouwring blinkt in het ochtendlicht.