Laatst, op een goede maandagmorgen, ging ik zoals elke doordeweekse dag naar mijn werk. Ik stapte op het centraal station de tram uit, checkte uit (want ja, anders wordt mijn ov-chipkaart geblokkeerd), stak mijn sigaret aan en… werd uitgescholden. Die had ik even niet aan zien komen. “Sjezus, wat heb jij eigenlijk een rotkop!”, kreeg ik met enige consumptie in mijn gezicht gesmeten. Het was de man die elke dag om geld komt vragen op het station. Ik geef het hem nooit en dat wilde hij me nu blijkbaar betaald zetten. Ik glimlachte en wist daarna even niet wat ik moest doen. Allerlei hersenspinsels kwamen als paddenstoelen uit de grond. Chaos in de hersenpan. Had ik ad rem moeten vragen of hij nog geen koffie had gehad? Waarschijnlijk niet, want niemand geeft hem geld en die koffie komt niet uit de lucht vallen. Hoewel ik tegenwoordig nergens meer van opkijk. Had ik moeten vragen of hij met het verkeerde been uit bed was gestapt? Ik wist niet eens of de beste man een bed heeft. Had ik bij het weglopen moeten zeggen ‘tot ziens’? Nee, want eigenlijk hoop ik hem nooit meer tegen te komen. Had ik… Ach, wat maakt het uit. Naar die centen kan hij fluiten. En naar die koffie ook.
2 reacties
Ehm, lijkt me niet echt de manier om geld te krijgen van mensen :S Stom zeg!
Daarom krijgt ‘ie ook geen cent :-)