Ik haat vragen over hoe het in de liefde gaat. Je geeft antwoord, krijgt een veelbetekenende blik uit medelijden (heb je geen reet aan, maar toch bedankt) en vervolgens de woorden “jouw tijd komt nog wel”. Lieve vrager, ik heb gewoon geen zin om met jou mijn liefdesleven te bespreken en daarom geef ik nietszeggende antwoorden. Mooi is het dan als de vrager in kwestie ongevraagd begint te vertellen over het eigen liefdesleven. Dat gaat dan ongeveer als volgt: “Ja, laatst had ik zo’n scharrel. Hij was echt heel leuk en we hadden het vooral ook echt heel leuk samen. Maar ja, nu negeert hij me ineens. Ja. Ik weet ook niet zo goed hoe het komt, hoor. Ik heb maar bedacht dat hij homo moet zijn of zo. Gewoon om mijn ego intact te houden”. Dan valt er heel even een stilte, je knikt beleefd, zoekt uitvluchten, maar dan gaat het gedonder verder. “Oh. Maar… hier heb jij niets aan, hè? Eh, sorry. Ik moet maar eens gaan”. Vervolgens blijf je onthutst achter, bedenk je dat hij niet homoseksueel is maar zij onuitstaanbaar en ga je verder met het uitzoeken van je ontbijtdrank.