Soms word je ineens geconfronteerd met een situatie waarin je eigenlijk niet zo goed weet hoe je moet handelen. Vorige week belandde ik in zo’n situatie en geloof me, het was knap lullig.
Ik liep nietsvermoedend op het centraal station in Utrecht toen ik wat mensen bij een auto zag staan. Dat is op zich niet zo vreemd, maar toen ik zag dat iedereen naar hetzelfde punt keek, krabde ik toch even achter mijn oren. Al snel zag ik dat er iets heel lulligs gaande was. Namelijk:
In eerste instantie twijfelde ik nog. Moest ik vragen of ik kon helpen? Het waren immers allemaal mannen en ik wilde natuurlijk niet dat ik per ongeluk hun ego zou krenken. De bestuurder wist eigenlijk ook niet of hij mijn hulp nu wel of niet wilde aannemen en er viel een stilte. Ik kan niet tegen stiltes, dus floepte ik eruit dat de situatie niet om te lachen was, maar dat ik het uitermate kunstig vond om zo vast te komen zitten. Helaas bleef een lach van de man uit en ontstond er wat schaamrood op mijn kaken. Toen ik vervolgens zei dat hij er best stoer mee omging, ‘want het was best een dure Audi’, begon de man wél te lachen. “Mijn eigen auto staat bij de garage.”
… en nu wil ik nooit meer horen dat vrouwen niet kunnen rijden. Tenzij ik weer eens tegen een paal of muur ben geknald.
4 reacties
Oh, wat een arme kerel. Ik zie het al voor me dat hij de garage nog een keer belt
Hoe krijg je dit nou voor elkaar?
Best knap!
Oh wauw! Hoe dit is gebeurt.. Heel knap!