Een glimlach rond mijn mond als ik zie dat hij appt. Het is er een van gemengde gevoelens: blijdschap en verdriet. Of we even kunnen videobellen, want hij mist me zo. Elkaar vasthouden zit er voorlopig niet in, dus dit is het dichtste bij dat we kunnen komen. Ik ga op de bank zitten en hoor het welbekende geluid van FaceTime. Ik gooi mijn haar los, woel er even met mijn handen doorheen om mezelf te fatsoeneren en ik neem op.
“Hoi lieverd, hoe is het met je?”
Er gaan duizend dingen door mijn hoofd, maar ik weet niet waar ik moet beginnen. “Ja, wel goed”, zeg ik daarom maar.
Hij begint te vertellen. Over hoe zijn dag was, dat hij met de jongens heeft gegamed en dat hij zijn auto heeft gewassen. Misschien vertelde hij nog wel meer — ik luisterde maar half. Ik merk dat mijn gedachten afdwalen. Naar hoe hij ruikt, naar hoe hij altijd dezelfde grappen maakt, naar hoe hij mij altijd voor laat gaan door de deuropening en dan even aan mijn haar trekt.
Hij ziet dat ik niet meer hoor wat hij zegt.
“Als we nu alleen maar afstand hoeven houden om elkaar hierna nooit meer los te laten, dan is dat toch een prima deal?”
Ik knik en ik hang op. Mijn huidhonger en ik moeten even alleen zijn.
Ik wil weer meer fictie schrijven, dus ik heb fictie-vrijdag in het leven geroepen.
6 reacties
Zo mooi. Ik vind ‘huidhonger’ ook zo’n mooi woord. Ontzettend kut als je het hebt /voelt, maar zo’n prachtig woord. Achteraf gezegd natuurlijk, want op het moment zelf is het kut met peren. X
?
Tof woord, huidhonger. Ik voel ‘m!
Ja, vind het denk ik één van de mooiste woorden.
Jij kan niet schrijven. Er zit geen diepgang in en het is niet doorspekt met mooie niet allerdaagse woorden wat het totaal niet uniek. Jij kan beter meer gaan lezen voor ervaring
Vertel, Laurent, welke boeken beveel je me aan?