Ik zit weer eens te mijmeren in de vensterbank. Mijn gezicht spreekt altijd boekdelen, dus ook nu ziet hij dat ik verzeild ben geraakt in mijn eigen gedachten. Hij kijkt bedenkelijk. Moet hij nu wel of niet vragen wat er is? Ik besluit hem te helpen met kiezen en begin zelf over waar ik mee worstel. Waar ik al tijden over nadenk — zonder echt te zoeken naar een antwoord.
“Ik wil niet vergeten waar ik vandaan kom. Ik wil niet vergeten wat ik heb gedaan om hier te komen. Ik wil niet vergeten wie ik was, omdat het me helpt waarderen wie ik nu ben.”
“Maar dat hóeft toch ook niet? Je bent verdergegaan en je bent nog zo aan het groeien, maar dat betekent niet dat je alles maar moet vergeten en ontkennen.”
“Nee, maar ik wil ook niet dat het een te groot deel van mij is. Blijft. Ik wil gewoon zijn. Snap je dat?”
“Ja. Jouw hele zijn is jouw verleden — of je dat nou wil of niet. Je hart kon alleen maar zo groot worden door alle oefening. Doordat je je ervaringen erin meeneemt. En elke hartslag is een herinnering aan waar je voor hebt gevochten, voor elke poging die je deed en voor alles wat je ooit voelde.”
Hij schenkt drinken in en geeft mij ook een glas, waarna hij zijn exemplaar heft.
“Op niet vergeten.”
“Op niet vergeten.”
Ik wil meer fictie schrijven, dus ik heb fictie-vrijdag in het leven geroepen.
3 reacties
Blij weer iets van je te lezen, mooi geschreven! (Wanneer komt het hele boek?)
Dank je wel! HA, dat zou toch fantastisch zijn — mijn boek in de winkels. En op jouw boekenplank. ZIN IN.
Mooi!