Laatst zag ik dit beeld voorbij komen op Facebook. Ik plaatste het op Twitter en werd een aantal keer geretweet. Voor mij een teken dat het onderwerp huiselijk geweld leeft en dat ik een essay dat ik ooit schreef voor mijn studie toch wel moest delen.
“Het houdt niet op, niet vanzelf”, horen Nederlandse huishoudens momenteel regelmatig uit de televisie komen. Het gaat om een campagne van Steunpunt Huiselijk Geweld, dat pleit voor een veilig thuis voor iedereen.
Uit onderzoek is gebleken dat bijna de helft van de Nederlanders tussen de achttien en zeventig jaar ooit te maken heeft gehad met huiselijk geweld. Maar liefst 10% was wekelijks slachtoffer¹. Huiselijk geweld omvat relationeel geweld en kindermishandeling. Dit geweld kan zowel lichamelijk als psychisch geuit worden. Met onder andere de voorgenoemde campagne probeert de overheid huiselijk geweld terug te dringen. Maar dit gaat niet zonder slag of stoot. Dergelijke campagnes kunnen een stuk treffender.
Meningsverschillen
Nieuwsprogramma Editie NL meldde op woensdag 26 december 2012 dat het aantal gevallen van huiselijk geweld, ondanks de campagne, niet is afgenomen, ’terwijl men dat toch zou verwachten’. Het aantal aangiftes is wel verdubbeld. Bert Pol, professor in overheidscommunicatie, vertelt in dezelfde uitzending dat dergelijke campagnes niet het juiste effect hebben. Hij vindt dat de boodschap niet rechtstreeks genoeg is. “Vaak worden de filmpjes door hippe reclamebureaus gemaakt en zijn de filmpjes ’te mooi’ om deze boodschap duidelijk over te brengen”, aldus Bert Pol. Ook op sociale media zingen verschillende meningen rond. Zo zou het liedje in de reclame erg irritant en afleidend zijn en wordt de boodschap gemist, terwijl een ander de reclame juist erg helder noemt.
Martine van Driel-Keur, regiocoördinator Huiselijk Geweld en Eergerelateerd Geweld van de politie-eenheid Midden-Nederland, is juist blij met de campagne. In het interview dat ik met haar had, zegt zij: “Het filmpje maakt iets los. En als erover gepraat wordt, is dat wat mij betreft al winst. Beter dan het verzwijgen. Huiselijk geweld komt in alle sociale klassen voor. Ik vind het heel goed dat in deze campagne de omstanders worden aangesproken om iets te doen.”.
Maar wat doe jij als je hoort dat je buurvrouw bekogeld wordt met servies? Dankzij de campagne weet ik nu waar ik terecht kan om er melding van te maken.
Topje van de ijsberg
Volgens Van Driel-Keur is men bij de politie juist blij met de toename van het aantal meldingen van huiselijk geweld, wat deels te danken is aan de campagne. Volgens haar is dat nog maar het topje van de ijsberg en hangt dat samen met de aard van het probleem: schaamte, angst en afhankelijkheid. Dat zijn factoren om huiselijk geweld ‘binnenshuis te houden. Het is voor betrokken moeilijk om hier zelf uit te stappen. Daarvoor is een duwtje in de rug nodig, zoals een campagne als deze of een omstander die het ergens meldt.
Toch vaak ‘dichtbij’
“Er is de afgelopen jaren op heel veel verschillende manieren aandacht gevraagd voor dit onderwerp. Persoonlijk vind ik deze campagne wel heel goed: confronterende beelden, maar ook mensen aanspreken om hun verantwoordelijkheid te nemen, zoals de buurvrouw die het hoort. Wat wij altijd uitdragen is ‘doe altijd iets’ en daar sluit deze campagne op aan. Wat ik ook goed vind aan het filmpje is de onmacht van de man: ook hij weet dat het niet vanzelf ophoudt”, aldus Van Driel-Keur.
Gezien de cijfers, komt huiselijk geweld bij veel mensen ‘dichtbij’ en brengt het een onbehaaglijk gevoel naar boven. Politie en Steunpunt Huiselijk Geweld hebben een aantal keer op de Huishoudbeurs en de Margriet Winterfair gestaan, om mensen zo een laagdrempelige kans te bieden in gesprek te gaan met hulpverleners. Daar zijn de reacties in eerste instantie vaak afwijzend of lacherig. Maar de ervaring van de politie leert dat er bijna altijd een persoonlijke ervaring naar boven komt.
Verrassingseffect
De kracht van reclame zit hem niet alleen in de herhaling, maar ook in de invalshoek. Voor de huidige campagne is een andere invalshoek gekozen dan bij vorige campagnes: het aanspreken van de omgeving. De commercial is bedoeld voor een grote doelgroep en biedt handelingsperspectief. Daarnaast werkt het in op je gevoel met de slogan “het houdt niet op, niet vanzelf“. Men voelt zich ‘moreel verplicht’ om in te grijpen wanneer zij huiselijk geweld vermoeden.
Met de boodschap van de campagne ben ik het volledig eens, maar het beeld wordt afgezwakt door het lieflijk gezongen liedje. Hier zit een verbeterpunt. Het beeld moet verrassen, aanzetten tot nadenken en confronterend zijn. In Australië is het – naar mijn mening – perfecte filmpje uitgezonden. In dit filmpje zie je een stel dat aan een tafel zit te eten. De buren hebben ruzie, schreeuwen luid en bonken zo hard tegen de gedeelde muur, dat een schilderij klappert. De man is het al snel zat en belt, gewapend met een honkbalknuppel, bij zijn ruziënde buren aan en zegt dat hij beter die kan gebruiken. Vervolgens verschijnt de tekst “do nothing and you may as well lend a hand” in beeld. Het verrassingseffect is groot, slaat in als een bom en zet me aan het denken. Dat mis ik aan de campagne van Steunpunt Huiselijk Geweld. Het gevoel dat het ‘niets doen’ vergelijkbaar is met het aanreiken van een knuppel, kan ik niet verkroppen. Juist doordat het choquerend en confronterend is, zal ik sneller ingrijpen bij een vermoeden van huiselijk geweld. het geeft me het gevoel dat ik geen haar beter ben dan degene zich schuldig maakt aan dit soort geweld, als ik niets doe. Het roept de gedachte bij me op dat ik zelf ook een klap uitdeel als ik er geen melding van maak. Plots word ik erbij betrokken en dat vind ik het sterke aan het Australische filmpje.
Huiselijk geweld zal altijd een beladen onderwerp blijven. Naast commercials voor zowel radio als tv, spelen anno 2014 ook sociale media een grote rol. De overheid moet via zoveel mogelijk relevante kanalen ervoor zorgen dat iedereen op de hoogte is van wat huiselijk geweld is, hoe je het kan herkennen en wat je kan doen om het tegen te gaan.
De verdubbeling van het aantal aangiftes van huiselijk geweld, is in ieder geval al een stap in de goede richting. Dat wijst erop dat hulpverlenende instanties beter worden gevonden en dat is winst. Elk gezin dat bij hulp gebaat is, is er één. Maar we moeten ervoor zorgen dat veel meer slachtoffers een helpende hand aangereikt krijgen. Een veilig thuis voor iedereen, daar vecht jij toch ook voor?
¹Van Dijk, Flight, Oppenhuis & Duesmann, 1977