“Hé, ik ga morgen naar die jongen die bij jou in de kleuterklas zat. Justin. Weet je nog? Moet ik hem de groetjes van je doen?” “Ja, dat is goed.” “Oké, je hoort het wel als je de groetjes terugkrijgt.” “Ok! De groeten!”.
Kenden jullie dit filmpje al? Theo verwoordt precies wat ik denk. Of ik denk precies wat hij zegt. Dat kan ook. Op zich is het geven van de groetjes nog best oké. Aan het ontvangen heb je niks; het is immers een beetje gebakken lucht. Maar als je ze geeft, heb je toch iemand weer het gevoel gegeven dat jij enorm attent bent. Er zit ook een keerzijde aan dit verhaal: degene die aan jou vraagt of je de groetjes wil doen (waarvan niemand weet wat het is of zijn), is te beroerd om er zelf moeite voor te doen. En jij loopt, zoals Theo zegt, constant met de gedachte: ‘ik moet niet vergeten om morgen de groetjes te doen’. Juist als je denkt ‘ik moet niet vergeten om…’, vergeet je het. Je kan beter denken: ‘ik moet onthouden dat ik de groetjes overbreng’. Het woord ‘niet’ wordt in het geheugen langzaam gewist. Voor sommige dingen extreem handig, maar dat is een heel ander verhaal. Nou eh, de groeten.
2 reacties
Ik gebruik dezelfde tactiek al sinds kleins af aan. Ja en amen zeggen en niemand de groetjes doen. Dag hoor!
Ja, ik vind het een beetje horen bij het socializen, net zoals dat je zegt van: ‘He bah, verschrikkelijk dat weer he?’. Wat je zegt, is niet zo boeiend, maar het gaat erom dat je contact met iemand maakt ofzo.