Gillend gooide ik mijn nieuwe horloge naar zijn hoofd. Hij vertelde me net na lang aandringen dat hij een ‘paar maandjes’ geleden ‘heel per ongeluk een foutje had gemaakt’. Nog voordat ik kon uitroepen dat een fout meestal per ongeluk is, stuiterden mijn secondewijzer en batterijen tegen de muur. Het geluid echode akelig na en gonsde in mijn hoofd. “Wanneer ‘een paar maandjes geleden’? Wanneer was het precies?,” brulde ik. Hij keek schuldbewust naar zijn lelijke tenen en vouwde zijn grote teen over de teen ernaast. Hij weet dat ik het haat als hij dat doet. Als ik nog op mijn horloge had kunnen kijken, had ik geweten hoe lang de stilte duurde. Voor mijn gevoel uren. Jaren bijna. “Toen we net een week samen waren,” zei hij. In mijn hersenen ontstond kortsluiting. “We zijn al 5,5 jaar getrouwd, hufter”.