Vroeger, toen je nog geheel legitiem de verwarming in de badkamer in beslag kon nemen om je pyjamaatje aan te warmen, toen moederlief je kleding nog kocht(!) en uitzocht, zodat jij je ‘s morgens niet druk hoefde te maken om wat dan ook. Zelfs je bammies met hagelslag werden nog gewoon voor je klaargezet. Je hoefde het alleen maar zelf op te eten. Ja, ook als je geen honger had. En ja, ook als je stiekem liever pindakaas had gehad. Je ging naar school, kwam terug en dan zat mama daar weer met een grote pot thee. Je vertelde hoe je dag was (‘heel leuk! Ik mocht in de pauze schommelen en op de wipkip en ik heb de tafel van twee geleerd!’) en dan was het alweer bijna tijd voor het avondeten. Je schoof aan, at je bord netjes leeg of deed zo vervelend dat je zonder eten naar bed moest. Dat laatste was vooral feest als we zuurkool aten. En dan was het cirkeltje weer bijna rond. Opgewarmde pyjamaatje aan, je werd ingestopt in bed en de volgende ochtend hoopte je op een beschuitje in plaats van bammies. Tsja. Vroegâh was alles betâh.
2 reacties
Mooie dagen waren dat. Blij dat ik kind heb mogen zijn!
Leuk geschreven weer! Ik blijf je blog met plezier lezen.